donderdag 26 april 2007
maandag 16 april 2007
PENVISSEN
Als je weer eens gaat struinen, ga dan naar een water bij jou in de buurt waar je aardig karpers op de drijvende korst kunt vangen. Tuig dan je hengel op met een kleine werpmolen met 22/25/00 monofilnylon. Zet een Spro pen-stoppertje op de lijn, (die schuiven mooi stroef), hang een pauwepen of een andere pen met alleen het onderste oogje aan de lijn, monteer één grote loodhagel en een Gamakatsuhaak. De haak en het lood komen 20 cm uit elkaar geschoven. We loden de pen niet scherp uit. De pen moet op het lood en de haak minstens 20 mm met de antenne boven water staan. Monteer vervolgens enkele korrels zoete mais, (Hak groente uit een potje), op de haak, schuif de korrels in de bocht, de haakpunt moet helemaal vrij blijven. Zoek wat obstakels langs de kant en strooi daar wat maiskorrels in het water, maak dus een paar voerplekjes. Strooi nu ook een paar handen vol broodkorstjes op het water, (let op de eenden), Ik doe eenden nooit kwaad het zijn ook dieren die respect verdienen, ook al kunnen ze lastig zijn. Als je de korstjes brood eerst even nat maakt dan kan je ze verder inwerpen. Ga nu met de pen en je mais gewoon op de bodem op je voerplekjes vissen. Stel je pen zo af met de penstopper dat hij plat op het water ligt. Leg de hengel op de kant en draai heel voorzichtig aan de molenspoel tot de pen rechtop in positie gaat staan. Je vist nu niet met je lijn vertikaal naar de bodem maar onder een hoek van 45 graden. De karper kan beter bij het aas en je hebt minder last van lijnzwemmers. De éne loodhagel is niet zichtbaar want die ligt in de modder, je haak zakt ook een beetje weg maar de mooie gele maiskorrels liggen op de bodem. Als een karper het aas pakt... gaat eerst je pen platliggen en zeilt vervolgens in een lange haal achter de wegvluchtende vis aan. Maar door de blote haakpunt heeft de karper zichzelf al gehaakt. Dan sta je met een kromme hengel naar het water te wijzen. Ik gooi graag een scheutje Coebergh bessenjenever door mijn mais, (zelf drink ik geen alcohol), maar de vissen zijn er gek op. Als je karpers op de drijvende broodkorsten ziet azen, schuif dan je stuitje op minstens één meter omhoog, zo ook de pen en ook die éne loodhagel. Dus alles stijf tegen elkaar aan je heb nu een wapperlijn van één meter onder de pen en het lood. Steek een korstje brood op de haak, zet de molenbeugel open, neem de lijn op je vinger, doop het korstje brood in het water en werp met een lange haal in, op de plek waar de karpers zijn, (houdt rekening met de wind of de stroming). De pen staat rechtop tussen de stopper en de loodhagel, zo'n 20 mm met de antenne boven water. En één meter verder aan de oppervlakte drijft je korstje brood. Als een karper je korst pakt zal hij de pen achter zich aansleuren en kan je aantikken. Zo kan je toch drijvend gaan vissen. Komen er eenden aanzwemmen toon dan dat je een echte sportvisser bent en laat die beesten rustig je drijvende korsten opvreten. Schuif je loodhagel naar beneden en je stuitje op de waterdiepte en ga gewoon weer even op de bodem op je voerplekjes vissen. Als de eenden weer weg zijn kan je opnieuw overschakelen naar het drijvende korstsysteem. Tenslotte nog een extra tip van Altar en dat, (dee ik zelf), Steek als het donker wordt een stukje siliconenrubber met een kniklichtje op de pen en vis dan zoals ik hierboven beschreven heb, gewoon door. Het is zo geweldig leuk... je zou er bijna pen-visser door worden... groet, Thomas Lont.